Zie ook onze bronnen over Waarom lesgeven nog steeds relevant is voor de klas.
Nederland was het eerste land ter wereld dat de lerarenopleiding invoerde en doet dat al sinds 1974. Aangezien de Nederlandse bevolking toeneemt, is ook de vraag naar leraren toegenomen. Door de rationele en pragmatische aanpak van het onderwijs heeft de onderwijsdienst gekozen voor nieuwe en innovatieve methoden. Sinds begin 2000 hebben ongeveer 48.000 leerlingen een lerarenopleiding gevolgd.
De kern van het Nederlandse onderwijssysteem is praktisch, extern onderwijs. Deze benadering houdt in dat de leraar de belangrijkste persoon in de klas is. De leraar moet de verantwoordelijkheid nemen voor het leerproces, het lesgeven en ook het toepassen van onderwijsprincipes. praktijkgerichtheid heeft te maken met het vermogen van de leraar om onderwijsprincipes in de klas toe te passen. Het is het hoofddoel van het onderwijs in Nederland. Een voorbeeld hiervan is het concept van de beruchte 48-Frames.48-Frames verwijst naar de combinatie van leer-activiteiten, zoals instructie en veldwerk, en het leervermogen, dat zich richt op het vermogen van leerlingen om informatie vast te houden en volledig te leren.
De kern van de opleiding is het vermogen van de leraar om te begeleiden en een leidende rol te spelen in het leerproces. Met deze ervaring heeft de trainer met succes begeleidingsvaardigheden, individuele perspectieven en ook het vermogen om te delen en samen te werken met andere mensen ontwikkeld. Met het oog op empowered learning worden de trainer en de studenten verenigd door hun gedeelde ervaring en de kennis die zij gezamenlijk hebben verworven.
De kernactiviteiten van de kernopleiding omvatten geleide eniman op welke manier de leerling kennis wil verwerven door persoonlijk onderzoek en participatie. Alle leerlingen wordt geleerd hun eigen onderzoek te doen en zich aan te sluiten bij de leerlingen die moeilijkheden ondervinden in het leerproces. De docent gebruikt de Montessori-materialen voor het gehele leerproces.
In Nederland vindt het leren plaats in drie fasen:
1. Pre-operatie (missie pre-start)
2. Werking (exploitatiefase)
3. Post-operatie (na de start)
In JIPMER Journals, 2006, is een onderwijsonderzoek gepubliceerd door Persoons, Moslem en Vos, een uitgebreide studie naar de filosofie en methodologie van IGCSE en PEC 1918, waarbij het PEC2008 curriculum is gebruikt. Uit het onderzoek bleek dat het PEC2008 curriculum beter bood dan de traditionele syllabus.
De vragenlijst voor de instructeur bleek tijdens de uitvoeringsfase een doeltreffend instrument te zijn, aangezien de instructeur hiermee tijdens de cursussen voor docenten zinvolle feedback van de studenten kon krijgen. Het resulteerde in de wijziging van het geplande opleidingstraject en de verzameling van basisgegevens van studenten. Gedragsanalyse werd gebruikt om de studentensessies en de docent-student interacties te analyseren. Op basis van de analyse kon de docent de instructiemethoden afstemmen op de meest effectieve methoden aan de hand van de gegevens van de student zelf.
Tijdens de uitvoeringsfase werden vier hoofdmodules van het PEC 2008-curriculum geïmplementeerd:
Intentionele omgeving: de leerlingen krijgen kansen en informatie over de omgeving en het doel van hun aanwezigheid daar.
emplacement map: een bewustzijn van de belangrijkste boodschappen en domeinen in de omgeving en de boodschappen die in het leerplan zullen worden opgenomen
Onderwijs op straatniveau : deze module heeft betrekking op de capaciteiten van de leerlingen en hun reacties bij het werken en communiceren met elkaar op straatniveau.
Stage: deze module geeft de studenten de gelegenheid om vrijwillig met iemand samen te werken en praktijkervaring op te doen.
Spelend leren: in deze module worden studenten betrokken bij het verlenen van diensten aan cliënten buiten het klaslokaal.
Deze vier hoofdmodules zullen in alle IGCSE-opleidingen terug te vinden zijn.
In GCSE-cursussen worden kennis en vaardigheden aangeleerd om specifieke certificeringsniveaus te bereiken. Deze houden niet noodzakelijkerwijs rechtstreeks verband met elkaar, maar staan in plaats daarvan als afzonderlijke cursussen. Er zijn vele andere syllabi beschikbaar waarin studenten ook specifieke onderwerpen kunnen aanleren.
Lees meer